Passende zorg door nieuwe urgentie-indeling
De ambulancezorg én keten van acute zorg staan onder druk door de toenemende zorgvraag in een veranderend zorglandschap. De ambulancesector wil ook in de toekomst passende zorg kunnen blijven verlenen aan iedereen die dat nodig heeft. Om dat te bewerkstelligen, zijn veranderingen nodig. De ontwikkeling van een nieuwe urgentie-indeling is zo’n belangrijke verandering, waarbij de sector de focus verschuift naar een medisch logische indeling. Iets waarmee tegemoet gekomen wordt aan een lang gekoesterde wens van ambulancezorgprofessionals.
De ambulancesector kent al jaren drie urgenties: A1, A2 en B. “Zoals iedereen in de sector weet, wordt een ambulance die met A1 urgentie wordt ingezet, beoordeeld op het feit of deze binnen een kwartier bij de patiënt is,” vertelt Trudie van Duin, programmamanager AZN. "Op dat kwartier wordt de sector middels een prestatienorm al vele jaren afgerekend, terwijl dit kwartier geen medische onderbouwing kent. Het kwartier is slechts een voortvloeisel van het Eisenbesluit uit 1976. Het kwartier werd toen als een planningsnorm gepresenteerd om de standplaatsen van de ambulances te bepalen. Het ontbreken van een urgentie-indeling die gebaseerd is op medisch logisch denken, is iets wat ambulancezorgprofessionals al jaren als een gemis beschouwen. Zij weten dat de kwaliteit van de ambulancezorg verbetert als de zorgvraag van een patiënt getrieerd wordt op basis van urgenties die gestoeld zijn op medisch logisch denken. Dat betekent je ook realiseren dat er geen toestandsbeeld tijdkritisch is op de 15 minuten.”
Beperkte keuze
Uit de praktijk is gebleken dat het aantal spoedeisende urgenties waaruit een meldkamercentralist ambulancezorg kan kiezen eigenlijk te beperkt is. “Om ambulancezorg beter in te kunnen zetten, is dus een urgentie-indeling nodig die recht doet aan de medische behoeften van de patiënt. Mede dankzij de signalen van ambulancezorgprofessionals, heeft AZN daarom de handschoen opgepakt en is in 2018 de Taskforce Urgenties gestart met daarin vertegenwoordigers van V&VN ambulancezorg, de Nederlandse Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg en de ledenvergadering van AZN,” aldus Van Duin.
Huidige urgentie-indeling: geen medische onderbouwing
Om goed geïnformeerd en goed onderbouwd te werk te kunnen gaan, startte het Nivel, in opdracht van het kernteam van de taskforce, een onderzoek naar de (medische) onderbouwing van de huidige urgentieclassificaties in en buiten Nederland. Uit het onderzoek ’Urgentie in de ambulancezorg en de acute eerstelijns zorgketen. Een verantwoording voor de urgentie-indeling’ werd bevestigd dat een medische onderbouwing voor de huidige urgenties A1 en A2 ontbreekt. Dit geldt voor Nederland, maar ook voor urgentie-indelingen in de andere onderzochte landen/regio’s: Canada (Toronto), Denemarken (Kopenhagen), Wales en Zweden (Stockholm). Het kernteam gebruikte de onderzoeksresultaten vervolgens om de huidige urgentie-indeling door te ontwikkelen tot een voorstel voor een nieuwe, ofwel verbeterde urgentie-indeling. Daartoe is ook een Delphi-studie door de HAN uitgevoerd onder experts/stakeholders.
Zeven urgenties vanuit medisch logisch denken
Het resultaat van de doorontwikkeling is een nieuwe urgentie-indeling, met zeven urgenties, gebaseerd op medisch logisch denken. Van Duin: “De basis van de nieuwe urgenties zijn zorginhoudelijke kwaliteitsnormen. Niet langer geldt het aspect ‘tijd’ als enige graadmeter voor de kwaliteit van ambulancezorg. We kunnen stellen dat dit echt grensverleggend is, want met de nieuwe urgentie-indeling wordt invulling gegeven aan een jarenlange wens en behoefte van de sector. Ik ben er trots op dat we dit als ambulancezorg nu onderbouwd kunnen gaan doen. Daarmee hebben we een grote kwaliteitsverbetering in ons bereik!”
Over de nieuwe urgenties
De nieuwe urgentie-indeling omvat de spoedeisende categorieën A0, A1, A2 en de planbare ambulancezorg B1 (hoogcomplexe zorg), B2 (laag- en middencomplexe zorg). Geheel nieuw is de meldkamerzorg met de C1 (doorverwijzing) en C2 (zelfzorgadvies), beiden zonder ambulance-inzet. Van Duin: “Hierdoor ontvangen zorgvragers uiteindelijk vaker de juiste zorg op de juiste plek, waarmee we tegemoet komen aan het beleid van het ministerie van VWS”. Te denken valt aan huisartsen-(spoed)zorg, wijkverpleegkundige zorg of acute GGZ; al dan niet via een zorg coördinatiecentrum. De nieuwe urgentie-indeling moet zo veel mogelijk gaan aansluiten op de werkwijze van andere zorgpartners in de keten, om de samenwerking verder te optimaliseren.
Impactanalyse
Om erachter te komen of de nieuwe urgentie-indeling in theorie de kwaliteit van zorg inderdaad bevordert en bijdraagt aan de juiste zorg, door de juiste zorgverlener, op het juiste moment, gaf de Taskforce aan SiRM de opdracht om impactanalyses uit te voeren op de nieuwe voorgestelde urgentie-indeling. SiRM concludeerde op basis van deze theoretische analyse dat de nieuwe urgentie-indeling inderdaad slimmer is, en sneller wanneer het écht nodig is. “De verwachting is dat de nieuwe, meer gedifferentieerde, urgentie-indeling tot een verbetering in de kwaliteit van de spoedeisende en de niet-spoedeisende ambulancezorg leidt. Gezien de regionale verschillen van de afzonderlijke Regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) is daarbij wel de uitspraak gedaan dat de te behalen kwaliteitsverbeteringen niet voor alle RAV’s gelijk zijn,” vertelt Van Duin.
Implementatietraject
De ambulancesector bereidt nu een implementatietraject voor, dat in 2023 start. Het implementatietraject zal gemonitord worden door een monitoringsboard. Tijdens de implementatieperiode zal bij de triage op de meldkamer ambulancezorg na het uitsluiten van de hoogste urgentie, de A0, meer tijd zijn voor verdere triage. Door twee minuten extra triagetijd kan de meldkamercentralist zich verdiepen in de zorgvraag om zo een passende zorginzet te doen. Binnen het implementatietraject zal ook aandacht zijn voor bijscholing en het creëren van draagvlak binnen de ambulancesector en de gehele keten van acute zorg. AZN heeft hierover momenteel gesprekken met InEen, als belangenbehartiger van de georganiseerde eerstelijnszorg.
Huidige werkprocessen aanpassen
De huidige werkprocessen van RAV’s moeten aangepast worden aan de nieuwe urgenties. AZN ondersteunt de RAV’s hierbij met de nog in te richten implementatie-organisatie. Met de overheid bespreekt AZN hoe de bekostiging en wetgeving van de ambulancezorg moet worden aangepast. Op basis van de uitkomsten van het implementatietraject zal worden besproken met het ministerie van VWS of de nieuwe urgentie-indeling definitief wordt doorgevoerd in de acute zorg met waar nodig aanpassing van wetgeving.
Meer informatie?
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u meer weten over het optimaliseren van de urgentie-indeling in de ambulancezorg? Neem dan een kijkje op de AZN-website.