Pilot PAA en VSA biedt ontwikkelruimte anderhalvelijnszorg in de ambulancezorg
Het ministerie van VWS wenst de Regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) die meedoen aan de pilot ‘physician assistant en verpleegkundig specialist ambulancezorg’ succes. Ambulancezorg Nederland (AZN) heeft recent bestuurlijk ingestemd met het ‘Sectoraal kader pilot physician assistant en verpleegkundig specialist ambulancezorg’.
RAV’s kunnen nu starten met de (voorbereidingen voor) de pilot. Er ontstaat daarmee ontwikkelruimte voor anderhalvelijnszorg in de ambulancezorg. Met de inzet van de physician assistant en verpleegkundig specialist ambulancezorg (PAA/VSA) wordt de spoedzorg versterkt. Ook kan er met een mobiel zorgconsult meer en andere zorg op locatie verleend worden dan nu het geval is. De PAA/VSA kan uitgebreidere zorg verlenen (als dit nodig is) in vergelijking met de ambulanceverpleegkundige. De zorg wordt zo - waar mogelijk - dichterbij mensen thuis verleend. Hiermee wordt (duurdere) zorg elders in het (acute) zorgproces voorkomen.
Opzet sectorale pilot: 3 jaar, deelname regionale keuze
RAV’s besluiten zelf of ze meedoen aan de pilot. De indicatiestelling voor de inzet van PAA/VSA vindt plaats door de verpleegkundig centralist op de meldkamer ambulancezorg (MKA). Er is een basisset voor de inzetcriteria ontwikkeld. Een RAV kan – indien gewenst – aan deze basisset nog elementen toevoegen en hier aanvullende regionale afspraken over maken. Het uitgangspunt is dat de PAA/VSA werkt volgens het Landelijke Protocol Ambulancezorg 8.1, aangevuld met specifieke NHG-standaarden en protocollen voor spoedeisende hulp.
De sectorale pilot wordt ingericht voor een periode van drie jaar. Alle deelnemende RAV’s evalueren regionaal én nemen deel aan een landelijke evaluatie van de pilot.
Samenwerking realisatie sectoraal kader
In de werkgroep die het sectorale kader heeft opgesteld zijn de NAPA, de NVMMA, V&VN Ambulancezorg, V&VN VS en AZN vertegenwoordigd. Het kader is voor de bestuurlijke vaststelling ook voorgelegd aan deze partijen.