Triagesysteem geen oorzaak recente toename spoedinzetten
Tussen 2011 en 2014 zijn meldkamers ambulancezorg (MKA’s) gaan werken met een triagesysteem (NTS of ProQA). In de tussentijd merken de regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) dat het aantal ambulance-inzetten (A1-, A2- en B-inzetten) meer toeneemt vanaf 2012 dan in de jaren daarvoor. De mate van de groei verschilt per regio.
In het publieke debat is meerdere keren geopperd dat er een verband is tussen de toename van de spoedinzetten en het gebruik van triagesystemen. Uit een enquête in de sector uitgevoerd door AZN in 2016, bleek dat het gebruik van triagesystemen één van de oorzaken zou kunnen zijn voor de toename van ambulance-inzetten.
Het is niet duidelijk in welke mate de triagesystemen bijdragen aan de toename van spoedinzetten ten opzichte van andere ontwikkelingen. AZN heeft SiRM – Strategies in Regulated Markets – daarom gevraagd om een onderzoek uit te voeren naar de rol van triagesystemen bij de toename van spoedinzetten, dat wil zeggen A1- en A2-ritten. Daarnaast heeft SiRM onderzocht of de kans op een spoedinzet overeenkomt in NTS- en ProQA-regio’s en of, en zo ja hoe, deze kans over de tijd is veranderd. Onlangs heeft SiRM het onderzoek afgerond. Het hele rapport en de bijlagen zijn hier te downloaden.
Uit het onderzoek blijkt dat triagesystemen geen rol spelen bij de toename in spoedinzetten voor 112-meldingen vanaf 2015. Deze toename wordt bijna volledig veroorzaakt door een toename van 112-meldingen. Circa een kwart van deze toename is het gevolg van vergrijzing, groei van de bevolking en extramuralisering van kwetsbare ouderen. De oorzaken van de overige driekwart lijken vooral de mondigere burger en minder zelfredzame burger te zijn, en de slechtere bereikbaarheid van de huisarts.
Daarnaast concludeert SiRM dat het soort triagesysteem wel invloed heeft op de kans op een spoedinzet en dat keteninformatie nodig is om de bevindingen uit de kwantitatieve analyses aan te vullen en verder te kunnen duiden.