Optimale inzet: verbeterde urgentie-indeling ambulancezorg
De ambulancezorg én de acute zorgketen staan al langere tijd onder druk. Optimale inzet van de ambulancezorg is nodig om goede ambulancezorg te kunnen blijven bieden. Dit is al genoemd in het Actieplan Ambulancezorg (2018). Om die reden is een Taskforce Urgenties ingericht, met een sectoraal kernteam en een veldteam, waarin verschillende stakeholders actief waren. Het kernteam van de Taskforce Urgenties heeft aan de hand van internationaal onderzoek de verbeterde urgentie-indeling ambulancezorg ontwikkeld.
Het Nivel-onderzoeksrapport ‘Urgentie in de ambulancezorg en de acute eerstelijns zorgketen: Een verantwoording voor de urgentie-indeling' (2019) was de basis voor deze verbeterde urgentie-indeling. De bevindingen uit dit Nivel-rapport gaf voldoende inzicht om de ambulancezorg verder te optimaliseren door verfijning van de urgentie-indeling. Daarbij liet het Nivel-rapport zien dat de toenmalige urgentie-indeling in Nederland niet gebaseerd was op medisch logische gronden. Dit was overigens ook het geval bij de onderzochte urgentie-indelingen in de andere landen. De urgentie-indelingen bleken gebaseerd te zijn op logistieke, politieke en financiële gronden. Door de verbeterde urgentie-indeling medisch logisch op te bouwen, is het optimaal inzetten van de ambulancezorg binnen handbereik gekomen.
De implementatie van de verbeterde urgentie-indeling is door de corona-pandemie vertraagd. Uiteindelijk is de implementatie gestart begin 2023 met een landelijk implementatieplan, dat in twee jaar is uitgevoerd. Alle RAV’s zijn hierbij betrokken geweest. Enkele openstaande activiteiten uit het plan worden in 2025 voortgezet dan wel afgerond, onder coördinatie van bureau AZN.
De verbeterde urgentie-indeling ambulancezorg, medisch logisch de juiste respons!
Met uitbreiding van het aantal urgentie-categorieën, met een beoogde toename van de streefnorm voor triagetijd van 112-meldingen en met de introductie van meldkamerzorg met het doorverwijzen dan wel het geven van zelfzorgadvies, is de verbeterde urgentie-indeling ondertussen een feit.
Hieronder is gedetailleerd beschreven welke stappen vanaf 2018 tot nu hebben bijgedragen aan het ontwikkelen en implementeren van de verbeterde urgentie-indeling.
2018 start Taskforce Urgenties
De Taskforce Urgenties is aan de slag gegaan met een van de actiepunten uit het actieplan: het ontwikkelen van een landelijke eenduidige en optimale urgentieclassificatie. De sleutel voor de optimalisatie van de inzet lag allereerst in goede triage: welke zorg heeft de patiënt nodig, met welke urgentie en wie kan de benodigde zorg het beste verlenen? Daarvoor is door het kernteam van de Taskforce Urgenties het Nivel gevraagd onderzoek te doen naar de (medische) onderbouwing bij de huidige gehanteerde urgentie-categorieën in en buiten Nederland.
2018 - 2019 Nivel-onderzoek naar urgenties in ambulancezorg en acute eerstelijns zorgketen
Het Nivel-onderzoek heeft zich gericht op de (medische) onderbouwing van de toenmalige urgentieclassificaties. In de ambulancezorg geeft de urgentie de mate van spoedeisendheid van een ambulance-inzet aan. In het onderzoek is zowel gekeken naar de Nederlandse situatie, als naar die van Denemarken, Wales, Zweden en Canada. De Nederlandse ambulancezorg kende twee spoedeisende urgenties: de A1 en A2-inzet, naast één niet-spoedeisende urgentie.
Denemarken en Zweden hanteerden, net als Nederland, twee urgenties voor spoedeisende ambulancezorg. Beide landen liepen tegen dezelfde problematiek aan als Nederland, namelijk dat het systeem weinig onderscheidend vermogen heeft en dat de patiënt hierdoor niet altijd de juiste zorg op het juiste moment ontving. Wales en Canada hanteerden meer urgentie-categorieën voor spoedeisende ambulancezorg. De urgentie van verschillende zorgvragen kon daardoor beter onderscheiden worden, waardoor patiënten in levensgevaar sneller de zorg kregen die zij nodig hadden. Tijdkritische patiënten ontvingen een tijdige respons. Neveneffecten als gevolg van het hogere aantal urgentie-classificaties leken er niet te zijn.
Er was verder veel diversiteit in de onderzochte urgentie‐indelingen, zowel bij spoedeisende- als niet-spoedeisende ofwel planbare ambulancezorg. De gebruikte responstijden waren, aldus het Nivel, in geen van de landen wetenschappelijk onderbouwd. Ze waren ontstaan uit pragmatisme, logistieke en politieke en financiële overwegingen.
Uit het Nivel-onderzoek bleek verder dat tussen de landen een grote diversiteit was in de organisatie van ambulance- en (acute) eerstelijnszorg. Daarbij was ook sprake van duidelijke verschillen in scholing van ambulancezorgverleners die ingezet worden bij spoed- en niet-spoedeisende/planbare zorg. Het Nivel heeft ook opgemerkt dat Nederland het enige land was waar al een duidelijke ambitie is uitgesproken om de acute eerstelijnszorgverlening gezamenlijk met ketenpartners verder vorm te geven. Het Nivel-onderzoek ’Urgentie in de ambulancezorg en de acute eerstelijns zorgketen. Een verantwoording voor de urgentie-indeling' is in juni 2019 gepubliceerd. Zie ook het nieuwsbericht van Nivel d.d. 24 juni 2019.
2019 Delphi-studie geeft inzicht in draagvlak experts en andere stakeholders
Een belangrijk aspect bij het optimaliseren van de inzet van ambulances, is het oog houden voor het feit dat ambulancezorg onderdeel is van de keten van acute zorg. Dit betekent dat de werkwijze binnen de ambulancesector altijd moet blijven aansluiten op de werkwijze van andere zorgpartners in de keten. Het Lectoraat Acute Intensive Zorg (LAIZ) van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) heeft daarom onderzocht wat het draagvlak onder experts/stakeholders in de acute zorgketen was, uitgaande van de bevindingen van het Nivel-onderzoek 'Urgentie in de ambulancezorg en de acute eerstelijns zorgketen. Een verantwoording voor de urgentie-indeling' (juni 2019).
Het LAIZ onderzocht het draagvlak middels een Delphi-studie met drie stappen:
- Stap 1: Bijeenkomst ‘Wanneer is spoed goed?’ (maart 2019)
- Stap 2: Enquête (juli-september 2019)
- Stap 3: Bijeenkomst terugkoppeling enquête bevindingen (september 2019)
In het rapport 'Van divergentie naar convergentie' (september 2019) zijn de resultaten van de Delphi-studie beschreven. Daaruit blijkt dat er voldoende draagkracht was voor het verbeteren van de urgenties.
2019: Advies kernteam Taskforce Urgenties: uitbreiden urgenties
Op basis van de onderzoeksresultaten van zowel het Nivel als het LAIZ heeft het kernteam in een adviesnota haar inhoudelijke afwegingen beschreven om te komen tot een medisch logisch opgebouwde urgentie-indeling. De adviesnota bood de sector een raamwerk om de urgentie-indeling voor de ambulancezorg door te ontwikkelen, bij voorkeur in lijn met de gehele eerstelijns (acute) zorgketen, om zo ernaar te streven dat patiënten de best passende zorg krijgen aangeboden in de ambulancezorg. Goede zorg, waarbij medische nood bij de hoogst urgente inzetten, het direct inzetten van de juiste zorg(verlener) en gezamenlijke besluitvorming met patiënten bij de andere inzetten, richtinggevend zijn. Daarbij is een uitbreiding van drie naar zeven urgentie-categorieën voorgesteld, waarbij aan de meldkamerzorg twee urgentie-categorieën zonder ambulance-inzet zijn toebedeeld. Het advies is door de AZN ledenvergadering omarmd.
2019 - 2021 Impactanalyses SIRM
Adviesbureau Strategies in regulated Markets (SiRM) heeft vervolgens een eerste impactanalyse gedaan: ‘Impactanalyse nieuwe urgentie-indeling ambulancezorg. Slimmer en sneller wanneer écht nodig’ (september 2020). Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat een verbeterde urgentie-indeling, waarbij de zeven urgentie-categorieën worden benut, leidt tot een slimmere inzet van ambulancezorg. De analyse gaf weer dat met de beoogde verbeterde urgentie-indeling als geheel ‘de ambulancezorg sneller is, wanneer het écht nodig is’.
In de tweede impactanalyse van SiRM ‘Continuïteit van zorg overal geborgd. Nadere analyse impact urgentie-indeling op RAV’s’ (april 2021) is nader ingezoomd op de impact van de verbeterde urgentie-indeling voor de verschillende RAV’s. De uitkomst van de analyse was o.a. dat de beoogde kwaliteitsverbetering niet in alle RAV’s exact gelijk zou zijn door de regionale kenmerken die hier een rol spelen.
Door de coronapandemie treedt vertraging op in het beoogde tijdspad van de impact-analyses en besproken vervolgacties.
2022 Afstemmen optimalisatie urgentie-indeling
Het AZN-implementatieplan is in 2022 goedgekeurd door de ledenvergadering van AZN, met de opzet om de implementatie in 2023 te starten.
Minister Kuipers schreef in zijn brief van 24 januari 2022 aan de Tweede Kamer aan dat “(…) De nieuwe urgentie-indeling kent zeven in plaats van drie urgentieniveaus en onderscheidt niet alleen spoedeisende en niet spoedeisende ambulancezorg, maar ook meldkamerzorg. Het doel van de nieuwe urgentie-indeling is dat in geval van echte spoed in levensbedreigende situaties, waarin tijd er echt toe doet (de nieuwe categorie A0, circa 2-5% van het huidige aantal spoedinzetten) sneller bij de patiënt te zijn en in gevallen waarin dat mogelijk is, iets meer tijd te nemen voor de triage, zodat de patiënt direct op de juiste plek terecht komt en de best passende zorg krijgt. AZN heeft een impact-analyse en een aanvullende impact-analyse laten opstellen.
Mijn grondhouding ten aanzien van de nieuwe urgentie-indeling is positief. De zorgvraag blijft toenemen en uit oogpunt van arbeidsmarkt en kosten kan het aanbod van ambulancezorg geen gelijke tred houden met die toename. Het is daarom goed dat wordt gekeken naar hoe de ambulance in de echte spoedgevallen snel ter plaatse kan zijn en hoe wordt bewerkstelligd dat mensen de juiste zorg van de juiste zorgverlener krijgen.”
2023 - 2024 Implementatieperiode verbeterde urgentie-indeling
In de eerste maanden van 2023 zijn door bureau AZN, samen met adviesbureau IG&H en met het Nivel, de voorbereidingen getroffen om het implementatietraject vorm te geven. IG&H heeft AZN tijdens de implementatieperiode begeleid, Nivel heeft wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd.
De officieel kick-off van de implementatie was op 30 maart 2023. Daarbij heeft Thijs Gras, ambulanceverpleegkundige en kernteam-lid namens V&VN Ambulancezorg, een videopresentatie over de ontwikkeling van urgenties in de ambulancezorg gegeven welke hier ook te bekijken is.
Adviesbureau IG&H heeft tijdens de gehele implementatieperiode AZN begeleid en was actief betrokken bij o.a. (de overleggen met) de regionale implementatiecoördinatoren (RAVIC’s), het veldteam en de Monitoring Board. De Monitoring Board, bestaande uit vier leden, is als extern toezichthouder betrokken bij de implementatie van de verbeterde urgentie-indeling.
Belangrijk voor het verkrijgen van voldoende betrokkenheid van alle RAV’s was het instellen van een zestal themawerkgroepen, allen met experts vanuit verschillende RAV’s als leden. Deze themawerkgroepen hadden de focus op communicatie, data, HR & scholing, ICT, kwaliteit & contractering en primair proces.
Er is periodiek een RAV-checklist uitgebracht ter ondersteuning bij de regionale implementatie. Deze werd opgesteld in samenspraak met de themawerkgroepen. De nieuwsbrief ‘Update Urgenties’ werd gedeeld met de RAV’s om zo de eigen achterban te informeren. Door sectorbreed deze informatielijnen te creëren, was er voor eenieder voldoende mogelijkheid om bij vragen uit te komen bij een RAVIC of themawerkgroep die daar een antwoord op kon geven.
Niet alle activiteiten uit het implementatieplan konden in 2023-2024 (volledig) uitgevoerd worden. Enkele activiteiten zullen daarom na 2024 voortgezet en afgerond moeten worden.
2023 - 2025 Nivel onderzoek naar implementatie
Het Nivel doet tijdens de implementatieperiode onderzoek naar de mate waarin de verbeterde urgentie-indeling leidt tot behoud en mogelijke verbetering van veilige en kwalitatief goede ambulancezorg. Een van de hoofdvragen van het Nivel richt zich op de impact van de implementatie op de ervaren patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg vanuit zowel het patiënten- als zorgprofessionals perspectief. Medio 2025 zal het Nivel rapport worden opgeleverd.
2025 Openstaande activiteiten bij implementatie VUI
Enkele openstaande activiteiten uit het implementatieplan worden, na de implementatieperiode, alsnog voortgezet dan wel afgerond. Dit gaat bijvoorbeeld over het in gebruik nemen van een zorgdossier bij C1 en C2 urgenties en het landelijk updaten van de bestaande afspraken over het doorzetten van 112-melders naar ketenpartners zoals de huisartsenzorg. Deze activiteiten vinden plaats onder coördinatie vanuit bureau AZN.