Urgentie-indeling

Optimale inzet ambulancezorg: de verbeterde urgentie-indeling

De ambulancezorg én de acute zorgketen staan onder druk. De ambulancezorg heeft te maken met meer inzetten en lange(re) responstijden in een aanhoudend veranderend zorglandschap. De bevolking groeit en het aantal (thuiswonende) ouderen stijgt. Zorgvragen worden steeds complexer. In de gehele acute zorgketen ervaart men een toenemende vraag naar zorg en het is steeds moeilijker om die vraag op het juiste moment door de juiste zorgverlener te laten beantwoorden. Schaarste speelt een cruciale rol hierbij. Er is een tekort aan bekwame en op het werk toegeruste zorgprofessionals om te kunnen voldoen aan de alsmaar groeiende zorgvraag. Het Actieplan ambulancezorg (AZN, 2018) moest mogelijk maken dat de ambulancesector toen en in de toekomst goede ambulancezorg zou kunnen blijven bieden. Centrale thema’s in het actieplan waren optimale inzet ambulancezorg, samenwerken binnen de keten en kwaliteit van zorg. Binnen de optimale inzet staat de urgentie-indeling centraal. Hieronder is beschreven hoe de sector vanaf 2018 hiermee bezig is, om eind 2024 de implementatie van de verbeterde urgentie-indeling af te ronden.

2023-2024: Implementatietraject verbeterde urgentie-indeling

Het implementatietraject is gestart met de inrichting van een zestal themawerkgroepen: communicatie, data, HR & scholing, ICT, kwaliteit & contractering en primair proces met daarin experts vanuit verschillende Regionale Ambulancezorgvoorzieningen (RAV's). Iedere RAV heeft bovendien een contactpersoon afgevaardigd in het overleg van de RAV implementatie-coördinatoren (RAVICS), Aan de hand van de RAV Checklist die wordt opgesteld samen met IG&H vergaderen de RAVICS over de voortgang van de implementatie. In de ondersteuning naar de achterban in iedere RAV is periodiek een digitale nieuwsbrief beschikbaar, de Update Urgenties. Er is een Monitoring Board aangesteld welke gedurende het implementatietraject stuurt op een veilige implementatie en goede kwaliteit van de ambulancezorg. De RAV's leveren hiervoor periodieke voortgangsrapportages aan bij de Monitoring Board.

De officieel kick-off van de implementatie in de ambulancesector was op 30 maart  2023. Daarbij heeft Thijs Gras, ambulanceverpleegkundige en kernteam-lid namens V&VN Ambulancezorg, een videopresentatie over de ontwikkeling van urgenties in de ambulancezorg gegeven welke hier ook te bekijken is.

Vanaf februari 2024 is de A0 urgentie uitgerold in de meldkamers ambulancezorg. Deze nieuwe urgentie geldt voor de meest tijdkritische zorgvragen, zoals de reanimatie en niet of nauwelijks ademende patiënt. Ook kan de centralist een ‘dispatch driven' A0 uitgeven, wanneer de triage hier aanleiding toegeeft zoals bij een potentieel fataal verlopende bloeding. Vanaf april 2024 is de A0 op alle meldkamers operationeel. Vanaf maart 2024 zijn de nieuwe urgenties C1 en C2 in gebruik op een enkele meldkamer. De C1-urgentie is de doorverwijzijng, de C2-urgentie is het zelfzorgadvies. Hierbij wordt geen ambulance-inzet gedaan. In de loop van 2024 zal dit aantal meldkamers worden uitgebreid. Het kunnen beschikken over een meldkamerzorgdossier, of een tijdelijke alternatieve verslaglegging, is onderdeel van de implementatie van deze urgenties.

2022: Afstemmen optimalisatie urgentie-indeling

In 2022 kon het ontwikkelproces voor het optimaliseren van de urgentie-indeling worden voortgezet. Het AZN-implementatieplan is goedgekeurd door de ledenvergadering van AZN, met de opzet om de implementatie in 2023 te starten.

Minister Kuipers in zijn brief van 24 januari 2022 aan de Tweede Kamer:  “(…) De nieuwe urgentie-indeling kent zeven in plaats van drie urgentieniveaus en onderscheidt niet alleen spoedeisende en niet spoedeisende ambulancezorg, maar ook meldkamerzorg. Het doel van de nieuwe urgentie-indeling is dat in geval van echte spoed in levensbedreigende situaties, waarin tijd er echt toe doet (de nieuwe categorie A0, circa 2-5% van het huidige aantal spoedinzetten) sneller bij de patiënt te zijn en in gevallen waarin dat mogelijk is, iets meer tijd te nemen voor de triage, zodat de patiënt direct op de juiste plek terecht komt en de best passende zorg krijgt. AZN heeft een impact-analyse en een aanvullende impact-analyse laten opstellen. Mijn grondhouding ten aanzien van de nieuwe urgentie-indeling is positief. De zorgvraag blijft toenemen en uit oogpunt van arbeidsmarkt en kosten kan het aanbod van ambulancezorg geen gelijke tred houden met die toename. Het is daarom goed dat wordt gekeken naar hoe de ambulance in de echte spoedgevallen snel ter plaatse kan zijn en hoe wordt bewerkstelligd dat mensen de juiste zorg van de juiste zorgverlener krijgen.”

2020 -2021: Impactanalyses SIRM

Het adviesbureau Strategies in regulated Markets (SiRM) heeft in 2020 een eerste impactanalyse gedaan: ‘Impactanalyse nieuwe urgentie-indeling ambulancezorg. Slimmer en sneller wanneer écht nodig’ (september 2020). Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat een verbeterde urgentie-indeling, waarbij zeven urgentie-categorieën worden benut, leidt tot een slimmere inzet van ambulancezorg. Met de beoogde verbeterde urgentie-indeling wordt de ambulancezorg sneller wanneer het écht nodig is. In een tweede impactanalyse ‘Continuïteit van zorg overal geborgd. Nadere analyse impact urgentie-indeling op RAV’s’ (april 2021) is ook nader ingezoomd op de impact van de verbeterde urgentie-indeling voor de verschillende RAV’s. De beoogde kwaliteitsverbetering zal niet in alle RAV’s exact gelijk zijn door de regionale kenmerken die hier een rol spelen. Het beoogde tijdspad voor het doorzetten van de optimalisatie is door de corona-pandemie niet behaald.

2019: Advies kernteam Taskforce Urgenties: uitbreiden urgenties

Op basis van de onderzoeksresultaten van zowel het Nivel als het Lectoraat Acute Intensieve Zorg (LAIZ) heeft het kernteam een advies opgesteld hoe de huidige urgentie‐indeling in de ambulancezorg door te ontwikkelen is. Daarbij is onder meer een uitbreiding naar zeven urgentie-categorieën voorgesteld. De verbeterde urgentie-indeling is medisch logisch opgebouwd. De meest tijdkritische zorgvragen krijgen in deze indeling de hoogste urgentie toebedeeld, de nieuwe A0. Ook is meldkamerzorg geïntroduceerd waarbij de centralist de melding trieert en de zorgvrager doorverwijst naar een ketenpartner, in de C1 urgentie, of zelfzorgadvies geeft, de C2 urgentie. Er is bij de C1 en C2 urgentie geen inzet van een ambulance-eenheid. Het advies is eind 2019 door de sector omarmd.

2018: Kernteam Taskforce Urgenties van start: onderzoek ingezet

Het sectorale kernteam van de Taskforce Urgenties is in 2018 aan de slag gegaan met een van de actiepunten uit het Actieplan Ambulancezorg: het ontwikkelen van een landelijke eenduidige en optimale urgentieclassificatie. De sleutel voor de optimalisatie van de inzet ligt allereerst in goede triage: welke zorg heeft de patiënt nodig, met welke urgentie en wie kan de benodigde zorg het beste verlenen? Daarvoor is het Nivel gevraagd onderzoek te doen naar de (medische) onderbouwing bij de huidige gehanteerde urgentieclassificaties in en buiten Nederland.

Nivel-onderzoek naar urgenties in ambulancezorg en acute eerstelijns zorgketen

Het Nivel-onderzoek heeft zich gericht op de (medische) onderbouwing van de huidige urgentieclassificaties. In de ambulancezorg geeft de urgentie de mate van spoedeisendheid van een inzet aan. In Nederland is er al tientallen jaren een onderscheid tussen de spoedeisende A1-, A2- urgenties en de niet-spoedeisende B-urgentie.

In het onderzoek is zowel gekeken naar de Nederlandse situatie, als naar die van Denemarken, Wales, Zweden en Canada. De Nederlandse ambulancezorg kent twee spoedeisende urgenties: de A1 en A2-inzet. Denemarken en Zweden hanteren, net als Nederland, twee urgenties voor spoedeisende ambulancezorg. Beide landen lopen tegen dezelfde problematiek aan als Nederland, namelijk dat het systeem weinig onderscheidend vermogen heeft en dat de patiënt hierdoor niet altijd de juiste zorg op het juiste moment ontvangt. Wales en Canada hanteren meer urgenties voor spoedeisende ambulancezorg. De urgentie van verschillende zorgvragen kan daardoor beter onderscheiden worden, waardoor patiënten in levensgevaar sneller de zorg krijgen die zij nodig hebben. Tijdkritische patiënten ontvangen een tijdige respons. Neveneffecten als gevolg van het hogere aantal classificaties lijken er niet te zijn. Er is verder veel diversiteit in de onderzochte urgentie‐indelingen, zowel bij spoedeisende- als planbare ambulancezorg. De gebruikte responstijden zijn, aldus het Nivel, in geen van de landen wetenschappelijk onderbouwd. Ze ontstaan uit pragmatisme, logistieke en politieke en financiële overwegingen.

Uit het Nivel-onderzoek blijkt verder dat tussen de landen een grote diversiteit is in de organisatie van ambulance- en (acute) eerstelijnszorg. Daarbij is sprake van duidelijke verschillen in scholing van ambulancezorgverleners die ingezet worden bij spoed- en planbare zorg.

Het Nivel merkt verder nog op dat Nederland het enige land is waar al een duidelijke ambitie is uitgesproken om de acute eerstelijnszorgverlening gezamenlijk met ketenpartners verder vorm te geven.

Het Nivel-onderzoeksrapport ‘Urgentie in de ambulancezorg en de acute eerstelijns zorgketen: Een verantwoording voor de urgentie-indeling’ (2019) bevat bevindingen die handvatten bieden om de ambulancezorg verder te optimaliseren. Samengevat is gesteld dat door verfijning van de urgentie-indeling de ambulancezorg efficiënter kan worden ingericht. Zie ook het nieuwsbericht van Nivel d.d. 24 juni 2019.

Delphi-studie LAIZ (HAN) geeft inzicht in draagvlak experts en andere stakeholders

Een belangrijk aspect bij het optimaliseren van de inzet van ambulances, is het oog houden voor het feit dat ambulancezorg onderdeel is van de keten van acute zorg. Dit betekent dat de werkwijze binnen de ambulancesector altijd moet blijven aansluiten op de werkwijze van de andere zorgpartners in de keten. Het LAIZ van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) heeft daarom onderzocht wat het draagvlak onder experts/stakeholders in de acute zorgketen is  uitgaande van de bevindingen van het Nivel-onderzoek ’Urgentie in de ambulancezorg en de acute eerstelijns zorgketen. Een verantwoording voor de urgentie-indeling' (juni 2019).

Het LAIZ onderzocht het draagvlak middels een Delphi-studie met drie stappen:

  • Stap 1: Bijeenkomst ‘Wanneer is spoed goed?’ (maart 2019)
  • Stap 2: Enquête (juli-september 2019)
  • Stap 3: Bijeenkomst terugkoppeling enquête bevindingen (september 2019)

In het rapport 'Van divergentie naar convergentie' (september 2019) zijn de resultaten van de Delphi-studie verder beschreven.