De 5 functies van zorgcoördinatie
In de volle omvang bestaat zorgcoördinatie uit vijf functies, die acute zorgpartners gezamenlijk organiseren. Op dit moment wordt het concept zorgcoördinatie in de praktijk gebracht binnen 10 pilots. Elke pilot beproeft één of meer (verschillende) functies.
Eenduidige toegang
Patiënten met een acute zorgvraag kunnen terecht bij één centraal (virtueel) loket. Hier werken verschillende zorgaanbieders samen. Zij zorgen ervoor dat de patiënt de best passende zorg krijgt.
Triage
Er is sprake van eenduidige triage. Alle samenwerkende zorgaanbieders binnen het zorgcoördinatiecentrum spreken dezelfde taal, ondersteund door een (te ontwikkelen) gezamenlijk basis triageprotocol.
Passende zorginzet
Professionals met ketenbrede expertise bepalen de passende zorginzet. Dit kan resulteren in direct contact tussen zorgverlener en patiënt, inzet naar planbare zorg of zelfzorgadvies.
Regie vervolgzorg
Het zorgcoördinatiecentrum heeft de regie na de eerste zorginzet tot er goede zorgopvolging is. Dan gaat de regie over naar andere zorgaanbieders óf naar de patiënt zelf.
Zelfmanagement
Het zorgcoördinatiecentrum ondersteunt zelfmanagement van patiënten met informatie, advies en techniek. Zo hoeven zorgaanbieders alleen in actie te komen als dat echt nodig is.